De vallei begint in Pisac en volgt de bedding van de Urubamba tot in Ollantaytambo. De streek is aangenaam en ongerepter – volgens mijn reisgids. Ik vond de ware toestroom van toeristen het ergste wat ik ooit gezien heb. Uiteindelijk was ik er ook deel van.
Pisac, dit is de meest facinerende incavindplaats van de vallei. Ruïnes in goede staat en een schitterende ligging. Mijn snapchatvrienden ontvingen hier zaterdag een klein filmpje van.
De incawijk Quanchisraquay heeft een mooi uitzicht op de vallei. Schitterende Incaterrassen met anti-erosiemuurtjes die volledig opgaan in de bergachtige omgeving. Wat verder loop je via een Oncapoort de wijk Hanan Pisac binnen. Tegenover deze wijk ontdek je honderden gaten in de rots, die werden gebruikt om de doden te begraven. Wat verder heb je Intiwatana, een ceremoniële centrum die door het gebergte aan het oog verloren gaat.
In Urubamba hadden we lunchpauze en is verder een belangrijk doorgangspad op het kruispunt van de wegen naar Pisac en Chincheros.
Ollantaytambo, Capital mundial de la Indianidad. Hier ligt de indrukwekkende vesting die de weg naar Machu Picchu bewaakte.