Alle dutchies hadden La Paz al bezocht voor ze begonnen met hun vrijwilligerswerk, dus trok ik er alleen op uit. De gedachte vond ik al superleuk, want je bent nooit lang alleen. En dat was ook zo. In de busterminal in Cochabamba raakte ik aan de praat met een oudere man uit Peru. We zaten gedurende de 8u lange busrit niet ver van elkaar en konden rustig tijdens de reis verder onze levensverhalen uitwisselen. Met een kop thee namen we dan uiteindelijk afscheid in de busterminal in La Paz. Hij ging richting Lima op, waar hij woont en ik trok de stad in.
Iedere stad in Bolivia is anders. Niet enkel qua uitzicht of architectuur, maar ook qua sfeer, cultuur en levenswijze. Ik was al onder de indruk wanneer we de stad binnenreden. Van bovenaf rij je zo richting beneden. Het is de enige stad waar de rijken helemaal onderaan wonen en de armen helemaal bovenaan. De hoogste hoofdstad van de wereld is trapsgewijs gebouwd (3200 tot 4000m) en ingebed in een gigantische canon. Rondom zie je de besneeuwde toppen van een honderdtal bergen – Cordillera Real.
Nog geen enkele keer ben ik verloren gelopen in Bolivia en opnieuw vond ik snel de juiste weg waar ik moest zijn. Mijn Nederlandse vriendinnen noemen dit een positieve mannelijke eigenschap die ik heb.
Na tips van lokals bezocht ik de stadskern, te voet. Je mag het niet onderschatten. Omdat ik de hoogte niet gewoon was, had ik wat last van ademnood in de continue bergop-gaande straatjes. Al was dit geen reden om een trufi te nemen. Ik nam een welverdiende break op Mirador Kili-Kili, waarbij je een prachtig uitzicht hebt op de stad.
Enkele uren na zonsondergang kroop ik met veel spanning in mijn bed. Ik had namelijk bij de agencia een tour geboekt om de volgende dag een van de hoogste bergen in La Paz te beklimmen.